Conclusie en samenvatting Waterbedeffecten van het wijkenbeleid In deze conclusie en samenvatting wordt eerst kort de achtergrond van het onderzoek geschetst en worden de belangrijkste conclusies besproken. Daarna worden – meer als in een ‘normale’ samenvatting - de gevolgde werkwijze en de resultaten besproken. I Achtergrond van deze studie Oplossen of verplaatsen? De investeringen in de 40 aandachtswijken, zouden – zo is de vrees van menigeen – wel eens vooral, of zelfs uitsluitend, kunnen leiden tot het verplaatsen van problemen. Die gedachte is niet vreemd. Waar als gevolg van herstructurering bewoners uit een aandachtswijk vertrekken, zullen ze zich ook weer ergens anders vestigen. Als het zo is dat leefbaarheidsproblemen zijn verbonden aan die specifieke bewoners, bijvoorbeeld omdat ze veel overlast veroorzaken, is de kans groot dat de wijk waar ze zich vestigen met de problemen te maken krijgt. Dit verplaatsen van problemen wordt ook wel het ‘waterbedeffect’ genoemd. Monitoring van waterbedeffecten Het ministerie van BZK volgt de ontwikkeling van de leefbaarheid in de aandachtswijken, maar ook daarbuiten. Daardoor kan worden gesignaleerd of er ontwikkelingen zijn die op een waterbedeffect duiden. In nadere analyses – waarvan de voorliggende studie de tweede in de rij is – wordt nagegaan of die ontwikkelingen ook echt te maken hebben met een waterbedeffect. Nulmeting: het komt wel voor, maar niet algemeen Aan de voorliggende studie ging een nulmeting vooraf. Die nulmeting had betrekking op de periode 2006-2008: net voordat het 40 wijkenbeleid van kracht werd. In die studie werd geconstateerd dat er geen sprake was van een algemeen optredend waterbedeffect vanuit de 40 wijken naar andere gebieden, maar dat er wel specifieke situaties waren waar er sprake was van een verplaatsing van problemen uit een aandachtswijk naar een ander gebied. II Conclusie Herhalingsmeting: geen verandering door wijkenbeleid De bevindingen in deze herhalingsmeting komen grotendeels overeen met die in de nulmeting: er zijn geen aanwijzingen voor een algemeen waterbedeffect. Maar ook nu zijn er wel gebieden buiten de aandachtswijken gevonden met een negatieve ontwikkeling van de leefbaarheid, mede als gevolg van grootschalige ingrepen in specifieke aandachtswijken. In beide metingen is een vergelijkbaar aantal indicaties gevonden mogelijke waterbedeffecten. De conclusie is dan ook – op basis van een vergelijking van de nulmeting met deze herhalingsmeting – dat het wijkenbeleid niet heeſt geleid tot een verandering van de mate waarin problemen zich tussen wijken verplaatsen. Per saldo positief Belangrijker is dat er ‘per saldo’ sprake is van een positieve ontwikkeling: de verbeteringen in de aandachtswijken zijn gemiddeld genomen aanzienlijk, terwijl de leefbaarheid elders gemiddeld genomen ook verbetert of niet evenredig achteruit gaat. De reden daarvoor is vermoedelijk dat de wijkaanpak uit meer bestaat dan alleen het verplaatsen van personen of het verjagen van criminele jongeren van de ene plek naar de andere. Wijken worden structureel opgeknapt, er is sociaal-economisch beleid, het beheer wordt versterkt en de concentratie van kansarme huishoudens in een buurt neemt af. Al dat soort ingrepen leidt tot verbetering van de leefbaarheid, zonder dat andere buurten eronder hoeven te leiden. III Werkwijze Vraagstelling De centrale vraagstelling van het onderzoek luidt: Is er sprake van een verplaatsing van leefbaarheidsproblemen vanuit de veertig wijken naar aanliggende buurten, naar andere gebieden in de stad en/of de regio? Die vraag valt in een viertal deelvragen uiteen: 1. in welke mate verplaatsen leefbaarheidsproblemen zich van de veertig wijken naar de omgeving? 2. welke gebieden betreſt het? 3. wat is de aard van de verplaatste problematiek? (bijvoorbeeld: veiligheid of bevolkingssamenstelling) 4. is het plausibel dat dit verplaatsingseffect is toe te schrijven aan het gevoerde beleid? Methode Het voorliggende onderzoek dat het antwoord op die vragen geeſt, bestaat uit twee delen: 1. Een generieke analyse voor de veertig aandachtswijken en de omgeving. Daarmee is in beeld gebracht hoe de leefbaarheidsontwikkeling in de aandachtswijken zich verhoudt tot de ontwikkeling van de leefbaarheid in de omgeving. Op basis van deze analyses is aangegeven of en in welke mate er sprake is van een systematisch waterbedeffect rond de veertig wijken. 2. Een analyse van zes cases die erop gericht is mogelijke waterbedeffecten nader te duiden in termen van hun plausibiliteit in relatie tot het gevoerde beleid. De aandachtswijken die in dit deel nader worden onderzocht, zijn een selectie van cases die in het eerste deel van het onderzoek naar voren zijn gekomen als aandachtswijken waar indicaties zijn dat ze voor waterbedeffecten kunnen hebben gezorgd. Conclusie en samenvatting Waterbedeffecten van het wijkenbeleid 3 Pagina 4
Pagina 6Scoor meer met een webshop in uw magazines. Velen gingen u voor en publiceerden onderwijs catalogussen online.
Waterbedeffecten van het wijkenbeleid - 2008-2010 (eerste herhalingsmeting) Lees publicatie 2Home