Indicatoren voor selectie van cases In specifieke gevallen zijn er in deze paragraaf indicaties gevonden die mogelijk op het vóórkomen van een waterbedeffect wijzen. In Tabel 4 staat samengevat om welke steden het gaat. In de algemene analyse (indicatie 1a) kwamen Eindhoven, Nijmegen en Schiedam naar voren. Voor Nijmegen en Schiedam waren deze indicaties alleen op de dimensie bevolkingssamenstelling (indicatie 2a) te zien, terwijl het voor Eindhoven naast de bevolkingssamenstelling ook om de veiligheidssituatie (indicatie 2c) kan gaan. Naast deze drie steden zijn in Dordrecht, Enschede, Groningen, Heerlen en Zaanstad op de indicaties 1b en 1c aanwijzingen gevonden dat er mogelijk waterbedeffecten gespeeld hebben. In totaal kan voor acht steden niet worden uitgesloten dat in (delen van) het zoekgebied ‘rest van de stad’ een waterbedeffect heeſt bijgedragen aan de neergaande leefbaarheidsontwikkeling. Figuur 22 Meest positieve ontwikkeling van de dimensie veiligheid in de aandachtswijken vergeleken met de rest van de stad in gebieden met een score t/m matig positief Gemiddelde ontwikkeling Dordrecht meest positieve ontwikkeling veiligheid in aandachtswijk *de x- en y-as representeren respectievelijk de gemiddelde ontwikkeling in het aanliggend gebied en de gemiddelde ontwikkeling in de aandachtswijken 44 Waterbedeffecten van het wijkenbeleid Waterbedeffecten van het wijkenbeleid Ontwikkeling veiligheid elders in de stad Gemiddelde ontwikkeling Diagonaal: gelijke ontwikkeling Pagina 45
Pagina 47Voor catalogussen, online onderwijsmagazines en spaarprogramma zie het Online Touch content management beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een online winkel in uw presentaties.
Waterbedeffecten van het wijkenbeleid - 2008-2010 (eerste herhalingsmeting) Lees publicatie 2Home