In het aanliggend gebied van elf aandachtswijken wonen relatief veel bewoners waar de leefbaarheidsontwikkeling minder gunstig ten opzichte van de regionale trend is geweest. Het gaat om Overdie (Alkmaar), Bijlmer (Amsterdam), Bennekel, Doornakkers en Woensel West (Eindhoven), Velve/Lindenhof (Enschede), De Hoogte (Groningen), Overschie en West (Rotterdam), Nieuwland (Schiedam) en Poelenburg (Zaanstad). Voor de aandachtswijken waar een kruisje in de tabel staat zijn dus indicaties gevonden dat ze mogelijk voor waterbedeffecten hebben gezorgd. Opvallend is dat maar drie aandachtswijken (Rotterdam West, Velve/ Lindenhof en Nieuwland) in beide indicatoren naar voren komen. Dat komt omdat de twee indicatoren op verschillende gebieden focussen. Als er maar één buurt in het aanliggend gebied is die een hele zwakke ontwikkeling heeſt doorgemaakt, zal deze in de eerste indicator wel naar voren komen, maar in de tweede vermoedelijk niet. Andersom, als in het aanliggend gebied in veel buurten de leefbaarheid iets is achteruitgegaan, zonder dat één buurt een extreem negatieve ontwikkeling heeſt doorgemaakt, komt deze in de tweede indicator wel maar in de eerste vermoedelijk niet naar voren. Dimensie bevolkingssamenstelling (indicatie 2a) Een waterbedeffect als gevolg van verhuizingen zal terug te zien zijn op de dimensie bevolkingssamenstelling. In Figuur 12 is de ontwikkeling in de aandachtswijken en het aanliggend gebied op deze dimensie tegen over elkaar uitgezet. In negen combinaties wijst de ontwikkeling van de bevolkingssamenstelling op mogelijke negatieve verplaatsingseffecten. In zeven van deze negen gevallen bleek dat voor de totale leefbaarheid ook te gelden. Voor deze zeven combinaties geldt dat de bij indicatie 1a gevonden aanwijzing voor een waterbedeffect verband houden met veranderingen van de sociaaleconomische bevolkingssamenstelling. Alleen in het geval van Overschie in Rotterdam en Velve-Lindenhof in Enschede was er – wanneer naar de totale leefbaarheidsontwikkeling wordt gekeken – geen aanleiding om het vóórkomen van een waterbedeffect te veronderstellen. Verhuisstromen niet-werkende werkzoekenden (indicatie 2b) In Figuur 13 is te zien hoe groot het relatieve aandeel verhuisde niet-werkende werkzoekenden (nww-ers) is in verhouding tot de relatieve omvang van de ontvangstgebieden in de aanliggend buurten. Hieruit blijkt dat in Malburgen/Immerloo (Arnhem), Arnhems Broek, Maastricht Noordoost, Wielwijk/Crabbehof (Dordrecht), Poelenburg (Zaanstad), Rivierenwijk (Deventer) en Heechterp-Schieringen (Leeuwarden) een relatief omvangrijke stroom nww-ers is verhuisd naar de ontvangstgebieden in de aanliggende buurten. Figuur 12 Ontwikkeling op de dimensie bevolkingssamenstelling in de aandachtswijken en het aanliggend gebied van die wijken Gemiddelde ontwikkeling selectielijn Bijlmer (Amsterdam) Nieuwland (Schiedam) Woensel West (Eindhoven) Bennekel (Eindhoven) Ontwikkeling soc-ec. bevolkingssamenstelling aandachtswijk Poelenburg (Zaanstad) Velve-Lindenhof (Enschede) Doornakkers (Eindhoven) Zuilen Oost (Utrecht) Overschie (Rotterdam) *de x- en y-as representeren respectievelijk de gemiddelde ontwikkeling in het aanliggend gebied en de gemiddelde ontwikkeling in de aandachtswijken Hoofdstuk 3 Op zoek naar potentiële waterbedeffecten 31 Ontwikkeling soc-ec. bevolkingssamenstelling aanliggend gebied Gemiddelde ontwikkeling Diagonaal: gelijke ontwikkeling Pagina 32

Pagina 34

Heeft u een uitgave, bladerbrochure of web flyers? Gebruik Online Touch: club blad bladerbaar maken.

Waterbedeffecten van het wijkenbeleid - 2008-2010 (eerste herhalingsmeting) Lees publicatie 2Home


You need flash player to view this online publication