Wielwijk/Crabbehof (Dordrecht), De Hoogte (Groningen), Ondiep (Utrecht), Overdie (Alkmaar) en Malburgen (Arnhem). Voor deze elf aandachtswijk zijn indicaties dat ze mogelijk voor waterbedeffecten hebben gezorgd. Gemiddeld genomen is er een positieve samenhang tussen de ontwikkeling in de aandachtswijken en het aanliggend gebied. Daarnaast hebben de meeste aanliggende buurten zich gemiddeld genomen positief ontwikkeld (t.o.v. regionale trend). Een systematisch waterbedeffect dat van de wijkaanpak als geheel zou uitgaan, kan voor het aanliggend gebied dus wel worden uitgesloten. De positieve samenhang suggereert zelfs dat het aanliggend gebied zou kunnen hebben geprofiteerd van de beleidsmatige aandacht die naar de veertig wijken is uitgegaan. Buurten met een neergaande leefbaarheidsontwikkeling (indicaties 1b en 1c) In de paragraaf is tot nog nu gewerkt met gemiddelde ontwikkelingen. Hierbij bestaat echter de kans dat positieve en negatieve ontwikkelingen elkaar uitmiddelen. Bijvoorbeeld, wanneer in de ene buurt als gevolg van een waterbedeffect de leefbaarheid een neergaande ontwikkeling heeſt doorgemaakt, maar in andere buurten de leefbaarheid een positieve ontwikkeling heeſt doorgemaakt, zal de uitmiddeling er vermoedelijk voor zorgen dat het waterbedeffect in deze analyses niet gevonden wordt. In deze paragraaf worden daarom twee aanvullende indicatoren onderzocht. Ten eerste wordt gekeken of in het aanliggend gebied minimaal één specifieke buurt te vinden is waar de leefbaarheid opvallend sterk achterblijſt bij de regionale trend. Ten tweede wordt gekeken of er in het aanliggend gebied relatief veel mensen aanwezig zijn voor wie de ontwikkeling van de leefbaarheid in hun woonomgeving sterk is achtergebleven ten opzichte van de regionale trend. Door deze twee indicaties worden specifieke buurten in het aanliggend gebied met een (sterk) neergaande leefbaarheidsontwikkeling ten opzichte van de regionale trend ontdekt. In Tabel 1 is te lezen bij welke aandachtswijken in het aanliggend gebieden de leefbaarheid in specifieke gebieden sterk achteruit is gegaan. In de omgeving van verschillende Haagse en Rotterdamse aandachtswijken is minimaal één buurt te vinden waar de leefbaarheid sterk achteruit is gegaan. Het gaat om Noord, West, Vreewijk en de Zuidelijke Tuinsteden in Rotterdam en Zuidwest, Schilderswijk en Stationsbuurt in Den Haag. De algemene analyses lieten geen of nauwelijks aanleiding zien om een grootschalig waterbedeffect naar het aanliggend gebied te veronderstellen. Maar deze indicator laat zien dat op kleinschalig niveau mogelijk wel een waterbedeffect heeſt gespeeld. Ook in het aanliggend gebied van Velve/Lindenhof (Enschede) en Nieuwland (Schiedam) zijn specifieke buurten gevonden met een relatief sterke leefbaarheidsdaling. Tabel 1 Specifieke buurten (in het aanliggend gebied van de aandachtswijk) met neergaande leefbaarheidsontwikkeling Ontwikkeling in specifieke buurten minder gunstig (indicatie 1c) Overdie (Alkmaar) Bijlmer (Amsterdam) Bennekel (Eindhoven) Doornakkers (Eindhoven) Woensel West (Eindhoven) Velve/Lindenhof (Enschede) De Hoogte (Groningen) Overschie (Rotterdam) Rotterdam Noord (Rotterdam) Rotterdam West (Rotterdam) Vreewijk (Rotterdam) Zuidelijke Tuinsteden (Rotterdam) Nieuwland (Schiedam) Den Haag Zuidwest (‘s-Gravenhage) Schilderswijk (‘s-Gravenhage) Stationsbuurt (‘s-Gravenhage) Poelenburg (Zaanstad) 30 Relatief veel bewoners in minder gunstig ontwikkelende gebieden (indicatie 1b) X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X Waterbedeffecten van het wijkenbeleid Waterbedeffecten van het wijkenbeleid Pagina 31

Pagina 33

Heeft u een onderzoeksrapport, emagcreator of digitale reclamefolders? Gebruik Online Touch: jaarverslag online publiceren.

Waterbedeffecten van het wijkenbeleid - 2008-2010 (eerste herhalingsmeting) Lees publicatie 2Home


You need flash player to view this online publication