klasse die in Capelle grote, bereikbare en betaalbare woningen van een goede kwaliteit vinden. Tegelijkertijd staan er in Capelle veel kleine portiekflats, waar meer kansarme bewoners intrekken, ook vanuit Rotterdam Op de kaart is te zien dat er in een aantal gebieden met een neergaande leefbaarheidsontwikkeling een relatief substantiële instroom is geweest. De gebieden zijn te vinden in de Operabuurt, Hovenbuurt, Meeuwenbuurt en de Revisiusbuurt. Deze buurten worden door de gemeente herkend als buurten met een instroom van lage inkomensgroepen en waar de problemen toenemen. Overigens stelt de gemeente dat het autonoom ook minder gaat in bepaalde delen van de gemeente. Op lokaal niveau probeert de gemeente wel wat te doen aan de instroom vanuit Rotterdam. In de Hoven- en Hoekenbuurt worden bijvoorbeeld voor een aantal Bijlmerachtige flats inkomenseisen gesteld. In Schiedam zijn twee gebiedjes met een relatief substantiële instroom te vinden, namelijk in Groenoord (onmiddellijk ten noorden van de aandachtswijk Nieuwland) en in Schiedam-Oost. Volgens de lokale deskundigen en politici is er echter een sterke instroom van lage inkomensgroepen vanuit Schiedam. Deze is onder meer gericht op Schiedam-Oost. Maar met name de Schiedamse aandachtswijk Nieuwland zou te maken hebben met deze instroom, waardoor de problemen toenemen. Uit de verhuisanalyse volgt dat er inderdaad instroom vanuit de Rotterdamse aandachtswijken is, maar dat deze niet substantieel groot is. Er is echter een redelijk grote particuliere huursector. Instroom die hierop gericht is wordt met analyses op verhuizingen in en naar de sociale huursector niet gedetecteerd. De mogelijkheid bestaat dus dat de instroom vanuit de Rotterdamse aandachtswijken in deze analyses wordt onderschat. In Vlaardingen is een aantal potentiële ontvangstgebieden met een relatief substantiële instroom te vinden. Deze liggen in Holy-Zuid, Westwijk en de Vettenoordse Polder. Holy-Zuid en de Westwijk worden door de lokale beleidsmedewerkers herkend als gebieden die met instroom te maken hebben. Het zijn wijken waar veel sociale huurwoningen staan, en waar later begonnen is met de herstructurering. Dat maakt dat de woningvoorraad toegankelijk is voor lagere inkomensgroepen. Deze nemen in veel gevallen de sociale problematiek waarmee ze te kampen hebben mee naar hun nieuwe omgeving. Binnen de gemeente wordt ook gewezen naar de Babberspolder als mogelijk gebied met instroom vanuit Rotterdam. In deze buurt zijn wel potentiële ontvangstgebiedjes te vinden, maar was tussen 2008 en 2010 de instroom vanuit de Rotterdamse aandachtswijken dermate beperkt dat het niet aannemelijk is dat deze instroom voor (een deel van) de neergaande leefbaarheidsbeweging heeſt gezorgd. In de Vettenoordse polder is wel een klein Figuur 90 Instroom uit de Rotterdamse aandachtswijken (als aandeel van de bevolking) in gebieden met een achterblijvende leefbaarheidsontwikkeling (ten opzichte van de regionale trend) Aandeel verhuizingen 0,01 - 2% 2 - 4 % 4 - 6 % 6 - 8 % > 8 % Westland Zuidplas Ommoord Midden-Delfland Schiebroek Hillegersberg Operabuurt Rotterdamse aandachtswijken Holy-Zuid Maassluis Kapelpolder Rozenburg Westwijk Vettenoordse Polder Nieuw-Mathenesse Oud Zuid Vreewijk Brielle Hoogvliet Zuidelijke Tuinstede Lombardijen IJsselmonde Nieuw-Lekkerland Alblasserdam Ridderkerk Nederlek Vlaardingen Babberspolder Groenoord Schiedam Oost Overschie Bergpolder Rotterdam Noord Rotterdam West Noordereiland Kralingen Revisiusbuurt Krimpen aan den IJssel Rotterdam Noord Prinsenland Hovenbuurt Capelle aan den IJssel Meeuwenbuurt Ouderkerk Pijnacker-Nootdorp Delft Lansingerland Bernisse Spijkenisse Hendrik-Ido-Ambacht Zwijndrecht Albrandswaard Barendrecht 118 Waterbedeffecten van het wijkenbeleid Waterbedeffecten van het wijkenbeleid Pagina 119

Pagina 121

Voor PDF-en, online reclamefolders en tijdschriften zie het Online Touch beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een online shop in uw catalogussen.

Waterbedeffecten van het wijkenbeleid - 2008-2010 (eerste herhalingsmeting) Lees publicatie 2Home


You need flash player to view this online publication