Conclusie In vijf van de zeven Rotterdamse aandachtswijken is de leefbaarheidssituatie tussen 2008 en 2010 gemiddeld verbeterd. De achtergrond van deze ontwikkeling is divers. In een aantal wijken is het vooral de sociaaleconomische bevolkingssamenstelling geweest die verbeterde. In sommige andere is die juist achteruitgegaan, en is het meer een combinatie van een verbeterde veiligheidssituatie en woningvoorraad die voor de vooruitgang heeſt gezorgd. Ondanks dit verschil in ontwikkeling is het wel aannemelijk dat het beleid voor een deel van die verbetering verantwoordelijk is. Zo is sterk ingezet op verbetering van de werkgelegenheid. De werkloosheid is in de aandachtswijken inderdaad afgenomen, terwijl deze in sommige andere delen van Rotterdam is toegenomen. Een ander belangrijk thema van de wijkaanpak is de verbetering van de woningvoorraad. Om dit te bereiken zijn er 2.000 voornamelijk meergezinshuurwoningen gesloopt. De omvang van deze sloop brengt onherroepelijk grote verhuisstromen met zich mee. Van de verhuizingen van lage inkomensgroepen heeſt 56 procent binnen en tussen de aandachtswijken plaatsgevonden. De meeste potentiele ontvangstgebieden met een relatief substantiële instroom zijn dan ook binnen de aandachtswijken zelf te vinden. In de zuivere zin des woords zijn dat geen waterbed effecten van het wijkenbeleid. Maar het wijst wel de gebieden aan binnen de aandachtswijken die blijvend onder druk staan of verder komen te staan. Gezien de omvang van de verhuisstromen is het niet verwonderlijk dat er elders in Rotterdam potentiële ontvangstgebieden te vinden zijn met een omvangrijke instroom. Vooral de ontwikkelingen in Schiebroek en IJsselmonde springen in het oog. Dit zijn twee wijken die in Rotterdam beschouwd worden als wijken die verder dreigen af te glijden. Het is plausibel om te veronderstellen dat een deel van de negatieve leefbaarheidsontwikkeling te maken heeſt met de instroom vanuit de aandachtswijken. Het grootste deel van de verhuizende lagere inkomensgroepen blijſt binnen Rotterdam wonen. Een klein deel (12 procent) komt echter in één van de omringende gemeenten terecht. Deze stromen zijn niet echt gericht geweest op bepaalde gemeenten of gebieden, maar hebben zich over verschillende gemeenten verspreid. In Capelle aan den IJssel, Schiedam, Vlaardingen en Maassluis is in een aantal potentiële ontvangstgebiedjes de neergaande leefbaarheid samengegaan met een relatief omvangrijke instroom. Het grootste deel van de verhuizers blijſt binnen Rotterdam wonen, in die zin valt de invloed die de aandachtswijken op de omgeving uitoefenen wel mee. Maar dat betekent niet dat er geen invloed is. Er is dus wel enige aanleiding om op kleinschalig niveau plausibel waterbedeffecten in de regio te vermoeden. De ontwikkeling in die gebieden verdient zeker de aandacht. Figuur 93 Ontwikkeling van de overlast en het aantal geweldsmisdrijven in buurten rond de aandachtswijken Westland Delft Toename geweldsmisdrijven Toename overlast Rotterdamse aandachtswijken Midden-Delfland Groenoord Holy-Zuid Schiedam Maassluis Vlaardingen Zuidbuurt Nieuwland Oost Overschie Bergpolder Rotterdam Noord Rotterdam Noord Kralingen Rotterdam West Nieuwe Werk Krimpen aan den IJssel Capelle aan den IJssel Meeuwenbuurt Ouderkerk Pijnacker-Nootdorp Delft Lansingerland Lansingerland Zuidplas Ommoord Zuidplas Schiebroek Prins Alexander Nieuw-Mathenesse Oud Zuid Vreewijk Lombardijen Zuidelijke Tuinstede Ridderkerk Centrum Hoogvliet Spijkenisse Bernisse Albrandswaard Barendrecht Hendrik-Ido-Ambacht Oud-IJsselmonde Nieuw-Lekkerland Alblasserdam Nederlek Hoofdstuk 4 Cases 121 Pagina 122

Pagina 124

Scoor meer met een online shop in uw gidsen. Velen gingen u voor en publiceerden edities online.

Waterbedeffecten van het wijkenbeleid - 2008-2010 (eerste herhalingsmeting) Lees publicatie 2Home


You need flash player to view this online publication