3.5 Ontwikkelingen in de regio Het laatste zoekgebied waar naar potentiële waterbedeffecten wordt gezocht is de regio waar de stad met een aandachtswijk toe behoort. De regio is – zoals beschreven in paragraaf 2.4 – het gebied waarmee de stad waarin de aandachtswijk ligt relatief sterke verhuis- en pendelrelaties onderhoudt. In de bijlage staat weergegeven welke gemeenten tot de achttien regio’s behoren. In dit zoekgebied is de stad waarin de aandachtswijk ligt zelf niet opgenomen. De ontwikkelingen in de stad (dan wel het aanliggend gebied van de aandachtswijken, dan wel het gebied in de rest van de stad) zijn immers in de vorige twee paragrafen al aan de orde geweest. Voor de regio’s Zaanstad en Deventer zijn er in de overige gemeenten in de regio’s geen potentiële ontvangstgebieden (dus: gebieden met een leefbaarheid die maximaal matig positief was. Die regio’s zijn dan ook verder niet inde analyses in deze paragraaf betrokken. Allereerst worden de ontwikkelingen in de regio beschreven. Vervolgens wordt afzonderlijk op de zes gedefinieerde indicaties gezocht naar aanwijzingen voor mogelijke waterbedeffecten in de regio. Voor iedere indicatie kan in principe blijken dat er aanwijzingen zijn dat waterbedeffecten zijn voorgekomen in de regio van een aandachtswijk. Figuur 24 laat zien dat de leefbaarheid van gebieden met een ongunstige leefbaarheid (tot en met matig positief) in de meeste regio’s verbeterd is ten opzichte van de algemene gemiddelde regionale ontwikkeling22 . Alleen de gebieden in de regio Utrecht hebben de leefbaarheid zien dalen in vergelijking met het algemene regionaal gemiddelde. Daarnaast bevinden de regio’s Den Haag en Rotterdam zich net boven de oranje selectielijn. Hier hebben de gebieden met een ongunstige leefbaarheid dus een net iets betere ontwikkeling doorgemaakt dan het regionaal gemiddelde. Maar gezien de positieve ontwikkeling van de meeste regio’s, lijkt een systematisch waterbedeffect te kunnen worden uitgesloten. Op basis van deze analyse zou hooguit in (delen van) de regio Utrecht mogelijk een waterbedeffect kunnen spelen. 22 Het algemeen regionaal gemiddelde is vastgesteld op basis van de gemiddelde leefbaarheid van alle gebieden in de regio. De ontwikkeling van het gebied ‘elders in de regio’ is vastgesteld op basis van de gemiddelde ontwikkeling in gebieden met een leefbaarheid tot en met matig positief in de regio, die in de gemeenten buiten de stad van betreffende aandachtswijk liggen. Figuur 23 Ontwikkeling gemiddelde leefbaarheid aandachtswijken en zoekgebied rest van de stad 2006-2008 (indicatie 1a)* Gemiddelde ontwikkeling + 0,5 SD selectielijn Zaanstad Schiedam meest positieve ontwikkeling aandachtswijk t.o.v. regio Rotterdam *Deze figuur is afkomstig uit de nulmeting, maar met de aangepaste selectiemechanisme, zoals beschreven in paragraaf 2.5 46 Waterbedeffecten van het wijkenbeleid Waterbedeffecten van het wijkenbeleid ontwikkeling elders in de stad t.o.v. regio Gemiddelde ontwikkeling - 0,5 Pagina 47

Pagina 49

Voor archief, online relatiemagazines en handleidingen zie het Online Touch content management system systeem. Met de mogelijkheid voor een online winkel in uw publicaties.

Waterbedeffecten van het wijkenbeleid - 2008-2010 (eerste herhalingsmeting) Lees publicatie 2Home


You need flash player to view this online publication