heeſt een positieve leefbaarheidsontwikkeling doorgemaakt. In de figuur hebben de aanliggende gebieden die links van de oranje lijn liggen een duidelijk negatieve ontwikkeling – ten opzichte van de regio - doorgemaakt. Het gaat hierbij om de Bijlmer in Amsterdam; Woensel-West, Bennekel en Doornakkers in Eindhoven, Nieuwland in Schiedam en Poelenburg in Zaanstad. Ontwikkeling bevolkingssamenstelling en veiligheid Op zichzelf is er dus maar een beperkt aantal aanliggende gebieden van de aandachtswijken dat het minder doet dan het regionaal gemiddelde. Figuur 10 laat zien dat de negatieve ontwikkeling rond de Eindhovense aandachtswijken en Nieuwland in Schiedam in sterke mate bepaald wordt door de neergang op de dimensie sociaaleconomische bevolkingssamenstelling. In Poelenburg en de Bijlmer gaat het meer om een samenspel van de negatieve ontwikkeling van de bevolkingssamenstelling en veiligheidssituatie. Er zijn nog andere aanliggende zoekgebieden te vinden waar de bevolkingssamenstelling of veiligheidssituatie een negatieve ontwikkeling heeſt doorgemaakt, zoals rond Vreewijk in Rotterdam en Velve-Lindenhof in Enschede. Maar voor deze aanliggende buurten geldt dat de totale leefbaarheidsontwikkeling niet (sterk) negatief is. Verhouding tussen ontwikkeling aandachtswijken en aanliggend gebied (indicatie 1a) Een negatieve leefbaarheidsontwikkeling in het aanliggend gebied is een indicatie voor het vóórkomen van een waterbedeffect. Daarnaast kan ook de verhouding in leefbaarheidsontwikkeling tussen het aanliggend gebied en de aandachtswijk dusdanig zijn dat het indicatief voor een waterbedeffect is. Het gaat om gevallen waarin er een sterk uiteenlopend verschil is tussen de aandachtswijk en het omliggend gebied, onafhankelijk van het niveau van ontwikkeling in de aandachtswijk. In Figuur 11 gaat het bijvoorbeeld om de Arnhemse aandachtswijk Malburgen. De aandachtswijk zelf heeſt zich heel goed ontwikkeld en ook het aanliggend gebied bevindt zich iets boven de y-as, maar slechts beperkt. Juist omdat het verschil in ontwikkeling zo groot is, kan dat betekenen dat er een waterbedeffect heeſt plaatsgevonden. Voor de combinaties van aandachtswijken en aanliggend gebied die onder de oranje selectielijn liggen, geldt dat mogelijk een waterbedeffect heeſt bijgedragen aan de achterblijvende ontwikkeling in het aanliggend gebied. In totaal bevinden zich elf combinaties van aandachtswijken en aanliggend gebied in dit selectiegebied. Het gaat hier om de drie Eindhovense aandachtswijken, de Bijlmer (Amsterdam), Poelenburg (Zaanstad), Nieuwland (Schiedam), Figuur 11 Ontwikkeling aandachtswijken en aanliggende buurten 2008-2010 Gemiddelde ontwikkeling + 0,5 SD Ondiep (Utrecht) Malburgen (Arnhem) Overdie (Alkmaar) selectielijn Woensel West (Eindhoven) Nieuwland (Schiedam) Bijlmer (Amsterdam) Poelenburg (Zaanstad) Bennekel (Eindhoven) De Hoogte (Groningen) Doornakkers (Eindhoven) Wielwijk/Crabbehof (Dordrecht) Ontwikkeling aandachtswijk t.o.v. regio *de x- en y-as representeren respectievelijk de gemiddelde ontwikkeling in het aanliggend gebied -0,5 standaarddeviatie en de gemiddelde ontwikkeling in de aandachtswijken +0,5 standaarddeviatie; De blauwe lijn geeſt aan op welke punten de aandachtswijken en het aanliggend gebied gelijk ontwikkeld zijn; Het gebied onder de oranje selectielijn geeſt aan waar mogelijk sprake is geweest van waterbedeffecten. Hoofdstuk 3 Op zoek naar potentiële waterbedeffecten 29 Ontwikkeling aanliggend gebied t.o.v. regio Gemiddelde ontwikkeling - 0,5 SD Diagonaal: gelijke ontwikkeling Pagina 30

Pagina 32

Voor presentaties, online studiegidsen en onderwijsmagazines zie het Online Touch online publisher CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een online shop in uw magazines.

Waterbedeffecten van het wijkenbeleid - 2008-2010 (eerste herhalingsmeting) Lees publicatie 2Home


You need flash player to view this online publication